Informatie
Ergonomie
Individuele aanpassingen van de fiets aan de fietser dragen ertoe bij de door u geleverde energie zo effectief mogelijk te gebruiken. Zo wordt het rijgenot gegarandeerd.
Een fiets moet aan de natuurlijke bewegingsmogelijkheden en de persoonlijke lichaamsmaten aangepast worden.
Met een ergonomische instelling van uw fiets laat u lastige fietskwaaltjes als rugpijn, slapende ledematen of pijn in de polsen of het zitvlak achter u.
Er moet voor alles op de instelling van de contactpunten van het lichaam met de fiets gelet worden omdat zadel, stuur en pedalen in belangrijke mate op het lichaam drukken.
Aangezien het menselijk lichaam gebouwd is om normalerwijze op de voeten te rusten, treden niet zelden problemen op aan handen en zitvlak.
Ook in de rug kan pijn optreden bij een slecht afgestelde fiets.
Omdat de juiste fietsinstelling afhankelijk is van zowel uw biometrische gegevens als ook uw gewenste zithouding, raden wij u aan uw fiets altijd door uw vakhandelaar in te laten stellen. Een juiste fietsinstelling verbetert de krachtoverdracht en vermindert de risico´s voor uw gezondheid. Daarnaast verhoogt het uw fietsplezier!
ZADELHOOGTE
De zadelhoogte wordt altijd als eerste punt ingesteld. Gemeten wordt de zadelhoogte vanaf het hart van de trapas tot aan de bovenkant van het zadel (in het midden). Bij ergonomische stapzadels, bijv. van SQ Lab, wordt tot boven op het verhoogde zitgedeelte gemeten.
ZADELTERUGSTAND
De zadelpositie (zadelterugstand) is bepalend voor het goede gevoel van krachtoverdracht op de crank tijdens het fietsen. De hoek moet optimaal zijn voor de gehele crankbeweging (360 graden).
AFSTAND TUSSEN ZADEL EN STUUR
De afstand tussen het zadel en het stuur is afhankelijk van de lengte van uw bovenlichaam en de gekozen zitpositie. Deze maat wordt gemeten tussen de zadelneus tot het contactpunt op het stuur. Bij rechte sturen, zoals bij de racefiets of de ATB/MTB, wordt gemeten tot het hart van het stuur. Deze afstand bepaalt veelal de lengte van uw frame.
STUURNIVEAU
Het stuurniveau geeft het verschil aan tussen de stuurhoogte en de zadelhoogte. Bij deze instelling geldt een relatief grote tolerantie, omdat er 3 basiszithoudingen geselecteerd kunnen worden. Er zijn echter natuurlijk veel meer mogelijheden. De drie zithoudingen zijn wel afhankelijk van de gekozen fietscategorie.
FRAMEHOOGTE
De framehoogte van een fiets is niet de belangrijkste maat van een fiets. Allereerst zijn de drie contactpunten tussen u en de fiets van belang voor de ergonomie en uw comfort. De framehoogte (meestal gemeten van het hart van de trapas tot het midden van de bovenbuis) was voorheen, toen er nog diamantframes waren met horizontale bovenbuis, een goede indicator voor de verdere framematen. Tegenwoordig zijn sloping bovenbuizen en geveerde zadelpennen heel normaal en is de bovenbuislengte belangrijker als de framehoogte.
CRANKLENGTE
Een langere crank betekent in principe meer torsiekracht dat overgedragen kan worden op de trapas. De stap tussen 175 mm naar 177,5 mm betekent een stijging van de torsie van ca. 1,5 %. Het is echter niet zo dat hoe langer de crank hoe effectiever de rijder is. De motorische mogelijkheden en de beenlengte van de rijder hebben ook invloed. Bij de mountainbike is daarnaast nog de afstand tussen pedaal en de grond van belang. In deze categorie geldt een standaard van max. 175 mm. De standaard-cranklengte bij hybride- en stadfietsen is 170 mm, omdat hier het comfort belangrijker is dan torsie. Bij professionele wielrenners gelden speciale maten.
ZITPOSITIE
Ergonomie is voor iedere fietser verschillend. Vergelijk bijv. de ergonomie van een stadsfiets gericht op comfort, een goed overzicht in het verkeer en snel op- en afstappen bij verkeerslichten, met de ergonomie van een wielrenner die gericht is op effectiviteit, hoge trapfrequentie en optimale krachtoverdracht.